berustend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  berustend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·rus·tend

Werkwoord

vervoeging van:	berusten
verbogen vorm:	berustende

berustend

1. onvoltooid deelwoord van berusten

• naamwoord van handeling berusten

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	berustend	berustender	berustendst
verbogen	berustende	berustendere	berustendste
partitief	berustends	berustenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

berustend

1. kalm teleurstellingen accepterend

   • „Nachtvervoer zou onderdeel moeten uitmaken van het totaalpakket dat je als regio jongeren te bieden hebt. Maar als regio en provincie al zo ambitieloos en berustend reageren kunnen we beter een rustgebied worden.”  

   ▸ De zuilengalerij was begroeid met klimop. Een van de grote aardewerken vazen waaruit bougainville golfde, was gebarsten. Onkruid groeide tussen het grind. Vredig, maar dat was het woord niet. Berustend. Men zou het verstrijken van de tijd en het verlies van alle dingen inderdaad net zo goed kunnen aanvaarden.

Synoniemen

• passief, gedwee, fatalistisch, stoïcijns, gelaten, lijdzaam, geduldig,

Antoniemen

• opstandig

Vertalingen

    1. kalm en accepterend   

Engels: acquiescing (en), resigned (en), calm (en)

Gangbaarheid

• Het woord berustend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berustend" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.