beroepsspecifiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·spe·ci·fiek
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beroepsspecifiek beroepsspecifieker beroepsspecifiekst
verbogen beroepsspecifieke beroepsspecifiekere beroepsspecifiekste
partitief beroepsspecifieks beroepsspecifiekers -

Bijvoeglijk naamwoord

beroepsspecifiek

  1. (onderwijs) wat heel kenmerkend is voor een bepaald vak
     “De algemene vakken volgen die jongeren in een CVO (Centrum Voor Volwassenenonderwijs, red.), wij zorgen voor de beroepsspecifieke opleiding. Assistent-boekhouder is zo'n opleiding, net als hulpkok.”[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 november 2021 Weblink bron
    wv
    “VDAB-competentiecentra: opleiding op maat” (04/07/2015), De Standaard