beroepservaring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·er·va·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepservaring beroepservaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beroepservaringv

  1. door uitoefening van een beroep vergaarde kennis en vaardigheden
     Zijn of haar handtekening staat op elk euro-biljet dat wordt gedrukt. Volgens de statuten moet de hoogste baas iemand zijn "met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied".[1]
     De Syrische Saeed Kak werkt sinds een jaar bij Lapp en wil zich snel verder ontwikkelen. "Ik droom ervan om als werktuigbouwkundige of elektricien te werken. Ik heb hier nu een jaar kunnen leren en in die tijd heb ik veel beroepservaring opgedaan."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron
    Nik Wouters
    “Is de euro bij 'niet-super-duper-econoom' Lagarde in goede handen?” (Woensdag 3 juli 2019, 14:32), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron
    Dieuwke van Ooij
    “Duitsland zet in op snelle integratie vluchtelingen, met hulp bedrijfsleven” (Zondag 17 september 2017, 17:21), NOS