beroepsbekwaamheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepsbekwaamheid (hulp, bestand)
- IPA: / bəˌrupsbɛˈkwamhɛit / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·roeps·be·kwaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep zn en bekwaamheid zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsbekwaamheid | beroepsbekwaamheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepsbekwaamheid v
- specifieke kennis en vaardigheden om het werk in een bepaald vak goed uit te doen
- ▸ Volgens haar was hij een ervaren piloot, en had hij vorige maand juist zijn jaarlijkse medisch onderzoek met goed gevolg ondergaan. Vier weken geleden was zijn beroepsbekwaamheid nog getest.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord beroepsbekwaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vliegtuigongeluk door zelfmoord piloot” (25 augustus 1994) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal