beroepsbekwaamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·be·kwaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepsbekwaamheid beroepsbekwaamheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de beroepsbekwaamheidv

  1. specifieke kennis en vaardigheden om het werk in een bepaald vak goed uit te doen
     Volgens haar was hij een ervaren piloot, en had hij vorige maand juist zijn jaarlijkse medisch onderzoek met goed gevolg ondergaan. Vier weken geleden was zijn beroepsbekwaamheid nog getest.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 december 2022 Weblink bron “Vliegtuigongeluk door zelfmoord piloot” (25 augustus 1994) op nrc.nl op Wikipedia