bergmeer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bergmeer
Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·meer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergmeer bergmeren
verkleinwoord bergmeertje bergmeertjes

Zelfstandig naamwoord

het bergmeero

  1. (aardrijkskunde) een meer in de bergen
     Net als zijn drie medevluchters was ook Ariëns in de slotfase van de 200 kilometer lange schaatstocht op het Oostenrijkse bergmeer ten val gekomen. Dat belette hem er niet van om de wedstrijd uiteindelijk naar zijn hand te zetten.[1]
     Tijdens een backpack-tripje bij een bergmeer merkte Jeremiah vorig jaar dat hij steeds buiten adem was en het niet lukte om zijn kinderen bij te houden. Dat was voor hem het omslagpunt om af te vallen en gezonder te gaan leven.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron “Gebroken rib breekt Weissensee-winnaar Ariëns op” (18-02-2017), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron “Man valt 38 kilo af voor zijn kinderen: ’Ik was niet de vader die ik wilde zijn’” (24 jan. 2018), De Telegraaf