bergingsvaartuig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·gings·vaar·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergingsvaartuig bergingsvaartuigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bergingsvaartuigo

  1. (scheepvaart) schip waarmee men bergingswerkzaamheden kan verrichten
     Het zeiljacht drijft stuurloos in Noordoostelijke richting. Er is een bergingsvaartuig onderweg. Drie koopvaardijschepen in de buurt kunnen niets doen door de hoge golven.[1]
     De kustwacht stuurde diverse schepen en een helikopter naar de vissersboot. Een bergingsvaartuig gaat het schip naar Lauwersoog slepen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Opvarenden stuurloos schip gered” (Zondag 25 november 2012, 14:50), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Brand op vissersboot bij Ameland” (Donderdag 14 november 2013, 18:43), NOS