bergbloem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergbloem bergbloemen
verkleinwoord bergbloempje bergbloempjes

Zelfstandig naamwoord

de bergbloemv / m

  1. (plantkunde) een (soort) plant die gewoonlijk groeit in bergachtig gebied
     De koude berglucht had de lente op deze hoogte wat vertraagd, maar door de warmte liepen nu ook de bergbloemen allemaal uit.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia