bereisbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bereisbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·reis·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bereizen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bereisbaar | bereisbaarder | bereisbaarst |
verbogen | bereisbare | bereisbaardere | bereisbaarste |
partitief | bereisbaars | bereisbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bereisbaar
- van iets dat je ernaartoe kunt reizen
- Syrië is tegenwoordig niet goed bereisbaar door de oorlog.
Gangbaarheid
- Het woord 'bereisbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.