berd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  berd    (hulp, bestand)
• IPA: / bɛrt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• berd

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands bert / bret, in de betekenis "tafel" aangetroffen vanaf 1201; verwant met bord en cognaat met Duits Brett "plank"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	berd	berden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het berd o

1. (verouderd) bord, plank, tafel

Uitdrukkingen en gezegden

• iets te berde brengen

iets ter sprake brengen

Vertalingen

    1. plank, tafel   

Deens: bord (da) m Duits: Brett (de) m

Noors: bord (no) Zweeds: bord (sv) o

Gangbaarheid

• Het woord berd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "berd" herkend door:

15 %	van de Nederlanders;
24 %	van de Vlamingen.