bepleisterden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·pleis·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bepleisteren |
bepleisterden
- meervoud verleden tijd van bepleisteren
- Wij bepleisterden.
- Jullie bepleisterden.
- Zij bepleisterden.
- Wij bepleisterden.
vervoeging van |
---|
bepleisteren |
bepleisterden