bepalend
Uiterlijk
- be·pa·lend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bepalend | bepalender | bepalendst |
verbogen | bepalende | bepalendere | bepalendste |
partitief | bepalends | bepalenders | - |
bepalend
- beslissend
- ▸ Dorien verwachtte een antwoord van haar. Logica, ratio, denk aan de gesprekken met Denise, ging het door haar heen. Wat je nu gaat zeggen is bepalend.[1]
vervoeging van: | bepalen |
verbogen vorm: | bepalende |
bepalend
- Het woord bepalend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bepalend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive”
(2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht
, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %