benzinepomp
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: benzinepomp (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ben·zi·ne·pomp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van benzine en pomp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benzinepomp | benzinepompen |
verkleinwoord | benzinepompje | benzinepompjes |
Zelfstandig naamwoord
- installatie bedoeld voor de verkoop van afgemeten hoeveelheden benzine
- Het tankstation heeft 4 benzinepompen.
- tankstation, benzinestation
- Ik ga even benzine tanken bij de benzinepomp.
- (motortechniek) brandstofpomp in een benzinemotor
- Toen de benzinepomp kapot ging stopte de auto met rijden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. toestel waaruit men een afleesbare hoeveelheid benzine kan tanken
2. tankstation
3. brandstofpomp
Gangbaarheid
- Het woord benzinepomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "benzinepomp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be