benzineoorlog

Uit WikiWoordenboek
Benzineoorlog tussen witte pomphouders en bonafide maatschappijen (1966)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·zi·ne·oor·log
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benzineoorlog benzineoorlogen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de benzineoorlogm

  1. (economie) felle concurrentie tussen leveranciers van motorbrandstof die zich uit in opeenvolgende prijsverlagingen
     In Groot-Brittannië zijn de oliemaatschappijen een benzineoorlog begonnen, waarvan de automobilist profiteert. Shell verraste gisteren met een prijsdaling die ruim twee keer zo groot was als bij andere maatschappijen. De concurrentie kon vervolgens niet achterblijven.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2020 Weblink bron Olieprijs zakt door rust in Golf Vrees in VS voor inflatie 7 procent in: Het Parool op Wikipedia, jrg. (18 oktober 1990), p. 13 kol. 6