bentisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ben·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Greikse 'benthos' (diepte van de zee) met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bentisch | bentischer | |
verbogen | bentische | bentischere | |
partitief | bentisch | bentischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bentisch
- (biologie) op of in de zeebodem levend
Gangbaarheid
- Het woord bentisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.