benta
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ben·ta
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Sranantongo [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benta | benta's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) tokkelinstrument bestaande uit een boog met één snaar
Gangbaarheid
- Het woord benta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.