benomen
- be·no·men
- vervoeging van benemen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ee-oo (/e/ - /oː/)
vervoeging van: | benemen… |
geen verbogen vorm |
benomen
- voltooid deelwoord van benemen