beng

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beng
Woordherkomst en -opbouw
  • klanknabootsing

Tussenwerpsel

beng

  1. aanduiding van een stevige, harde klap ook in figuurlijke zin
     Eigenlijk merk ik sinds een jaar pas écht hoe confronterend het is om zonder dat geamputeerde lichaamsdeel te leven. Ik ben nog nooit zo vaak ergens tegenaan gedonderd als het afgelopen jaar. Pang, beng, boing! Eerst had ik twee maanden een gekneusde rib, daarna een maand een open scheenbeen.[1]

Gangbaarheid

45 % van de Nederlanders;
16 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Pang, beng, boing” (09/04/2010), HP de Tijd
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be