beng
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beng
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing
Tussenwerpsel
beng
- aanduiding van een stevige, harde klap ook in figuurlijke zin
- ▸ Eigenlijk merk ik sinds een jaar pas écht hoe confronterend het is om zonder dat geamputeerde lichaamsdeel te leven. Ik ben nog nooit zo vaak ergens tegenaan gedonderd als het afgelopen jaar. Pang, beng, boing! Eerst had ik twee maanden een gekneusde rib, daarna een maand een open scheenbeen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord beng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beng" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Pang, beng, boing” (09/04/2010), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be