beneficiant

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·fi·ci·ant
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord beneficiant beneficianten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beneficiantm

  1. iemand die een uitkering ontvangt
    • En bij de sociale uitkeringen zou men tot een inkrimping van het aantal beneficianten moeten komen, zodat het niveau van de uitkeringen per gerechtigde kan worden verhoogd. [2] 
  2. iemand die ergens voordeel van heeft
    • In die gedachtengang is een markteconomie, zelfs als ze goed functioneert, bevolkt met niet-beneficianten en slachtoffers. De vooruitzichten op een beter bestaan van hele bevolkingsgroepen, en zelfs van naties, worden afhankelijk geacht van collectieve actie. Het gaat als het ware om een bevrijding van bovenaf. De verantwoordelijkheid hiervoor komt toe aan ,,de samenleving. Voor wereldproblemen wordt ,,de internationale gemeenschap aangeroepen. [3] 
  3. (religie) iemand die een mis leest en daarvoor een vergoeding ontvangt
Synoniemen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen