benedenstaande

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ne·den·staan·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

benedenstaande

  1. verbogen vorm van de stellende trap van benedenstaand
     Oorspronkelijk hadden verder de strofen van de ballade alle identieke rijmen (hetgeen in benedenstaande vertaling door Werumeus Buning niet is volgehouden), terwijl die van het refrein volstaan met eenzelfde rijmschema.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 maart 2020 Weblink bron
    H.J.M.F. Lodewick
    “Literaire kunst.”, 41e druk (1975), Malmberg, Den Bosch, ISBN 90 208 8112 4, p. 126 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren op Wikipedia