benaaches
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·naa·ches
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
benaaches
- (Jiddisch-Hebreeuws) met plezier, op z'n gemak, gelukkig
Verwante begrippen
- Bargoens: penages
Gangbaarheid
- Het woord 'benaaches' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.