bemoedigde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemoedigde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·moe·dig·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemoedigen |
bemoedigde
- enkelvoud verleden tijd van bemoedigen
- Ik bemoedigde.
- Jij bemoedigde.
- Hij, zij, het bemoedigde.
- Ik bemoedigde.
- verbogen vorm van bemoedigd, voltooid deelwoord van bemoedigen