bematten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·mat·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bematten |
bematte |
bemat |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bematten
- overgankelijk bedekken met matten
- De ruimte werd opnieuw bemat.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bematten |
bematten
- meervoud verleden tijd van bematten
- Wij bematten.
- Jullie bematten.
- Zij bematten.
- Wij bematten.
Gangbaarheid
- Het woord 'bematten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bematten" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 61 %
- Prevalentie Vlaanderen 47 %