belijdenis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lij·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belijdenis belijdenissen
verkleinwoord belijdenisje belijdenisjes

Zelfstandig naamwoord

de belijdenisv

  1. het afleggen van een verklaring om een bepaald geloof aan te hangen
    • Bij de protestanten moet je bij de belijdenis zeggen dat je God gelooft en dat je bij de kerk wil horen. 
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen