beleidsgroep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·leids·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleidsgroep | beleidsgroepen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- groep mensen die samen een plan van aanpak maken
- ▸ In de studio reageert Paul van Musscher, plaatsvervangend korpschef van de politie Haaglanden. Hij is voorzitter van de strategische beleidsgroep crisis- en conflicbeheersing en gespecialiseerd in de veiligheid bij grote evenementen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord beleidsgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hoe organiseer je een veilig festival?” (Vrijdag 19 augustus 2011, 18:04), NOS