belde terug
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: belde terug (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bel·de te·rug
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugbellen |
belde terug
- enkelvoud verleden tijd van terugbellen
- Ik belde terug.
- Jij belde terug.
- Hij, zij, het belde terug.
- Ik belde terug.
Gangbaarheid
- Het woord belde terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.