belastingpercentage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·las·ting·per·cen·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van belasting zn en percentage zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | belastingpercentage | belastingpercentages |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het belastingpercentage o
- percentage van het inkomen dat men moet betalen aan de belastingen
- ▸ Maar voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt of ouder zijn, gelden andere tarieven. Zij betalen in de eerste twee schijven geen AOW-premie, waardoor dat belastingpercentage een stuk lager ligt. Grofweg betalen zij daardoor 18 procent minder belasting dan mensen die werken. Dat fiscale verschil tussen ouderen en niet-ouderen blijft onder het nieuwe kabinet bestaan.[1]
- ▸ Bij VNL stijgt de ongelijkheid hard, door de invoering van een vlaktaks (een vast belastingpercentage op inkomen), afschaffing van de zorgtoeslag en verlaging van de huurtoeslag.[2]
- ▸ Tegen dat laatste percentage kwamen de toeristenindustrie en de agrarische sector in het geweer. Zij vreesden dat Europese rugzaktoeristen niet meer zouden komen, mede omdat Nieuw-Zeeland een lager belastingpercentage van 10,5 procent hanteert voor toeristen met een werkvisum.[3]
Gangbaarheid
- Het woord belastingpercentage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Hoe verandert de belasting voor AOW'ers?” (Maandag 16 oktober 2017, 14:27), NOS
- ↑ Weblink bron “Kies je voor meer banen, minder ongelijkheid of betere overheidsfinanciën?” (Donderdag 16 februari 2017, 15:28), NOS
- ↑ Weblink bron “Australië voert 15 procent 'backpacker tax' in” (Maandag 28 november 2016, 04:26), NOS
