belastingjaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·las·ting·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van belasting zn en jaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastingjaar | belastingjaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- jaar waarover men belasting heft
- ▸ De gegevens die vanaf september 2017 over de grens bekend worden, gaan over het belastingjaar 2016. De belastinggegevens van eerdere jaren zijn niet beschikbaar in de Common Reporting Standard (CRS).[2]
Gangbaarheid
- Het woord belastingjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Belastinggegevens vanaf 2017 grens over” (Woensdag 29 oktober 2014, 18:52), NOS