belangrijkheid

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lang·rijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belangrijkheid belangrijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

belangrijkheid v [1]

  1. het van grote betekenis zijn
     Driehonderd personen namen hun plaats in de eetzaal in, volgens rang en belangrijkheid: hoe belangrijker iemand was, hoe dichter hij bij de eregast zat, zoals water altijd naar het laagstgelegen punt stroomt.[2]
     Ten tweede: kom op tijd. Of liever gezegd: veel te vroeg. De plechtigheid begint om 12.00 uur plaatselijke tijd en niet-koninklijke gasten moeten er vroeger zijn dan de royals. "Zij moeten uiterlijk om 11.00 uur op hun stoel zitten. Vanaf 11.15 uur arriveert de koninklijke familie, op volgorde van belangrijkheid.[3]
  2. iets dat van grote betekenis is
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), , ISBN 9789028251151
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2022 Weblink bron
    Suse van Kleef
    “Advies voor gasten koninklijk huwelijk: laat die telefoon in je zak” (18-05-2018), NOS