Naar inhoud springen

belangeloos

Uit WikiWoordenboek
  • be·lan·ge·loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen belangeloosbelangelozerbelangeloost
verbogen belangelozebelangelozerebelangelooste
partitief belangeloosbelangelozers-

belangeloos

  1. zonder geldelijke belangen, onbaatzuchtig
    • Hij levert een belangeloze bijdrage aan het wikiwoordenboek. 
  2. uit liefdadigheid
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]