belandde aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·land·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbelanden

belandde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanbelanden
    • Ik belandde aan. 
    • Jij belandde aan. 
    • Hij, zij, het belandde aan. 


Gangbaarheid