belabberd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lab·berd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘akelig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen belabberd belabberder belabberdst
verbogen belabberde belabberdere belabberdste
partitief belabberds belabberders -

Bijvoeglijk naamwoord

belabberd

  1. heel slecht, ellendig of ziek, beroerd
    • TeX zelf is grotendeels het werk van Donald Knuth. Hij begon daarmee einde jaren 70, uit persoonlijke frustratie met de in zijn ogen belabberde zetsystemen voor (wiskundige) teksten in die tijd 
Hyponiemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen