belabberd
Uiterlijk
- be·lab·berd
- In de betekenis van ‘akelig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | belabberd | belabberder | belabberdst |
verbogen | belabberde | belabberdere | belabberdste |
partitief | belabberds | belabberders | - |
belabberd
- heel slecht, ellendig of ziek, beroerd
- TeX zelf is grotendeels het werk van Donald Knuth. Hij begon daarmee einde jaren 70, uit persoonlijke frustratie met de in zijn ogen belabberde zetsystemen voor (wiskundige) teksten in die tijd
- Het woord belabberd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belabberd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "belabberd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %