bekritiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kri·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
bekritiseren

bekritiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekritiseren
    • Jij bekritiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekritiseren
    • Hij bekritiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bekritiseren
    • Bekritiseert!