bekrans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·krans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekransen |
bekrans
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekransen
- Ik bekrans.
- gebiedende wijs van bekransen
- Bekrans!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekransen
- Bekrans je?
Gangbaarheid
- Het woord 'bekrans' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.