bekostiging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekostiging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·kos·ti·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bekostigen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekostiging | bekostigingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bekostiging v
- het bekostigen
- Hogeschool Saxion is absoluut niet te spreken over het plan voor de herziening van de bekostiging van het hoger onderwijs in Nederland. Dat zegt bestuursvoorzitter Anka Mulder. Als die plannen doorgaan, gaat er jaarlijks 4 miljoen euro minder naar de hogeschool. „Dat kunnen wij niet accepteren, dit voorstel moet van tafel.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord bekostiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Arjan te Bogt 20-05-19 4 miljoen euro minder per jaar voor Saxion: ‘Onbegrijpelijk’