bekoorster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekoorster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·koor·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bekoren met het achtervoegsel -ster[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekoorster | bekoorsters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bekoorster v
- vrouwspersoon bedreven in het bekoren
Gangbaarheid
- Het woord 'bekoorster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.