beknepen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kne·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
beknijpen

beknepen

  1. meervoud verleden tijd van beknijpen
    • Wij beknepen. 
    • Jullie beknepen. 
    • Zij beknepen. 
  2. voltooid deelwoord van beknijpen