beklonken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klon·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
beklinken

beklonken

  1. meervoud verleden tijd van beklinken
    • Wij beklonken. 
    • Jullie beklonken. 
    • Zij beklonken. 
  2. voltooid deelwoord van beklinken
     Maar het was nu eenmaal zo dat mannen een sigaar namen wanneer ze een zaak beklonken.[1]

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be