beklemtoonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·klem·toon·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beklemtonen |
beklemtoonden
- meervoud verleden tijd van beklemtonen
- Wij beklemtoonden.
- Jullie beklemtoonden.
- Zij beklemtoonden.
- Wij beklemtoonden.
vervoeging van |
---|
beklemtonen |
beklemtoonden