beklemte

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • be·klem·te
Naar frequentie zeldzaam

Bijvoeglijk naamwoord

beklemte, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beklemt

beklemte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beklemt


Noors

Woordafbreking
  • be·klem·te
Naar frequentie zeldzaam

Bijvoeglijk naamwoord

beklemte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van beklemt

beklemte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van beklemt