beklant

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klant
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van klant met het voorvoegsel be-
stellend
onverbogen beklant
verbogen beklante
partitief beklants

Bijvoeglijk naamwoord

beklant [1]

  1. (handel) van een winkel dat het veel (vaste) klanten heeft
     De Beurs bestaat zoals gezegd dertig jaar en beschikt in Oldenzaal over een modern kringloopbedrijf met een grote winkel, gesitueerd naast het afvalbrengpunt. Hoewel goed beklant, is er de komende twee, drie jaar wel sprake van een overlevingsstrategie.[2]
     Voor kleine jongens waren de zes roltrappen een ware attractie, op de platenafdeling kocht menig tiener zijn of haar eerste plaatje en maakte zo kennis met Beatles, Stones en Monkees, en de fraaie lunchroom was met name op zaterdag druk beklant.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

27 % van de Nederlanders;
31 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Trouwen op filmset uit de kringloop” (04-10-2012), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Ombouw V&D Almelo markeert einde tijdperk” (29-01-2016,), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be