beklad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klad
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bekladden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bekladden

beklad

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekladden
    • Ik beklad. 
  2. gebiedende wijs van bekladden
    • Beklad! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekladden
    • Beklad je? 
vervoeging van: bekladden…
verbogen vorm: beklade

beklad

  1. voltooid deelwoord van bekladden

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be