bekerwinst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekerwinst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbekərˌwɪnst / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·ker·winst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beker zn en winst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekerwinst | bekerwinsten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bekerwinst v
- (sport) kampioenschap in een toernooi dat traditioneel een beker als trofee heeft
- (sport) overwinning in een wedstrijd die onderdeel is van een afvaltoernooi dat traditioneel een beker als trofee heeft
De term wordt soms gebruikt om het verschil aan te geven met de wedstrijden in competitieverband.- ▸ De ploeg van trainer Giovanni van Bronckhorst kegelde PEC donderdag uit de beker en bracht de Zwollenaren zondag de eerste competitienederlaag van dit seizoen toe: 2-0. (…) Van Bronckhorst zag weinig reden om het elftal van Feyenoord te veranderen na de overtuigende bekerwinst (3-0).[3]
Synoniemen
- [2] bekerzege (meer gangbaar)
Antoniemen
- [2] bekernederlaag, bekerverlies
- [2] competitiewinst
Gangbaarheid
- Het woord bekerwinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Steven Verseput“De vijf seconden in Milaan die Ove Kindvall tot een legende maakten” (5 mei 2020) op nrc.nl
- ↑ [Lee Towers, de paus van de Coolsingel Weblink bron] Steven Verseput“ (4 mei 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “De Graafschap pakt eerste punt, Feyenoord verslaat PEC Zwolle, Twente wint” (27 september 2015) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal