bekerstrijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ker·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekerstrijd bekerstrijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bekerstrijdm

  1. (sport) wedstrijd die men speelt om een beker te winnen; alle wedstrijden die betrekking hebben op het winnen van een kampioensbeker
     De middenvelder had al een lichte dijbeenblessure en hij zou eerst niet van start gaan in de bekerstrijd tegen Roma.[1]
     Stijn Schaars was het nieuwe gezicht tijdens de ochtendtraining van het Nederlands elftal in Lausanne. De middenvelder van Sporting Portugal, dat Schaars in verband met de Portugese bekerstrijd langer bij zich hield, werkte een rustig programma af.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Blessure Sneijder, bekerwinst Inter” (Woensdag 5 mei 2010, 23:06), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2023 Weblink bron “Schaars sluit aan bij Oranje” (Donderdag 24 mei 2012, 22:55), NOS