bekendstond
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bekendstond (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·kend·stond
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekendstaan |
bekendstond
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bekendstaan
- ... dat ik bekendstond.
- ... dat jij bekendstond.
- ... dat hij, zij, het bekendstond.
- ... dat ik bekendstond.
- ▸ Waarschijnlijk ging het om Jordie, die bekendstond als een dribbelaar.[1]