bekading
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ka·ding
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van bekaden met het achtervoegsel -ing [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekading | bekadingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bekading v
- het afsluiten door kaden
- door kaden afgesloten ruimte
Gangbaarheid
- Het woord bekading staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bekading" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ bekading op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be