beisel

Uit WikiWoordenboek
[1] Eit beisel.
Een teugel.
[2] Eit beisel.
Een leidsel.

Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • bei·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord beizl.

Zelfstandig naamwoord

beisel o

  1. (bijvorm) teugel
  2. (bijvorm) leidsel
    «Rideutstyr i form av beisel og seletøybeslag er ikkje uvanleg i vikingtidsgraver.»
    Rij-uitrusting in de vorm van teugel en leidsels zijn niet ongewoon in Vikinggraven.
Verbuiging
bijvormen enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   beisel     beiselet,
beislet  
  beisel     beisla,
beisli  
genitief                
Schrijfwijzen
Synoniemen