beinvei

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bein·vei
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   beinvei     beinveien     beinveier     beinveiene  
genitief   beinveis     beinveiens     beinveiers     beinveienes  

Zelfstandig naamwoord

beinvei, m

  1. (verkeer) langs een afgekorte weg, een kortere weg
    «Gåfolket tar en beinvei før de treffer på samme skogsveien.»
    De voetgangers nemen een kortere weg voordat ze dezelfde bosweg inslaan.
  2. (figuurlijk) een kortere weg
Schrijfwijzen
Synoniemen
Opmerkingen