beinum

Uit WikiWoordenboek

IJslands

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

beinum

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief mannelijk enkelvoud van beinn

beinum

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud van beinn

Werkwoord

beinum

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van beina

beinum

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van beina

Zelfstandig naamwoord

beinum

  1. datief onbepaald onzijdig meervoud van bein

Zelfstandig naamwoord

beinum

  1. datief onbepaald mannelijk meervoud van beinir