behuwd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·huwd
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van behuwen
- vervoeging van behuwen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | behuwd |
verbogen | behuwde |
partitief | behuwds |
Bijvoeglijk naamwoord
behuwd
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van: | behuwen… |
verbogen vorm: | behuwde |
behuwd
- voltooid deelwoord van behuwen
Gangbaarheid
- Het woord behuwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behuwd" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be