behoudenis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
- Geluid: behoudenis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·hou·de·nis
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van behouden met het achtervoegsel -enis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behoudenis | behoudenissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het blijven bestaan van iets of iemand
- de redding van iets of iemand
- ▸ Want als alle andere hulpmiddelen tekortschieten, als God een volk of een kerk niet geheel verlaten wil, dan wijst Hij ons dit gestadig aan als de enige weg tot de behoudenis daarvan (Jeremia 31:31-33; Ezechiël 11:17-19; 36:25-27).[2]
- ▸ Hij hoorde wel het geloei en het gereutel van de offerdieren, maar had er zelf nooit iets van gezien. Zo zijn wij van nature blind voor de weg der behoudenis.”[3]
Synoniemen
- [2] heil, hulp, verlossing
Antoniemen
- [1] bedref, teloorgang, vernietiging
Gangbaarheid
- Het woord behoudenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "behoudenis" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Getuigenis” (08-05-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑
Weblink bron “Ds. Schultink op bidstond GGiN: Onze gemoedelijkheid en traantjes tellen niet mee” (20-06-2019), Reformatorisch Dagblad
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be